Over land naar Nepal.
Na jaren twijfel en maanden voorbereiding vertrekken we op de motor over land naar Nepal. We doen de reis zonder reisorganisatie en hebben als einddoel Kathmandu.
Europa:
We rijden vlot door Europa en komen via Duitsland en Oostenrijk in Hongarije en bewonderen het mooie Boedapest, waar de rivier de Donau de stad opdeelt in 2 stukken. Boeda op de rechteroever en Pest op de linkeroever. We stoppen bij het “Heroes Square” monument en worden belaagd door een groep Chinezen die onze motoren en de route naar Nepal bewonderen.
In Roemenië rijden we over de Karpaten naar Boekarest en verwonderen ons over het grote verschil tussen arm en rijk. Hier zie je nog paard en wagen naast BMW en Audi. In Bulgarije genieten we van strak asfalt door het Balkan gebergte en voor we het weten staan we bij de grens van Turkije. Hier begint voor ons gevoel het echte avontuur. Oftewel in StarTrek termen:
"to boldly go where no motorbike has gone before".
Turkije:
Blauwe MoskeeOp de snelweg naar Istanbul blijkt mijn koppeling niet meer te werken en laat ik de motor in zijn 6e versnelling rustig uitrollen. Na overleg met Simako Motoren in Elst, gaan we op zoek naar BMW Istanbul, waar na onderzoek de koppelingscilinder wordt vervangen. Na een goede nachtrust bezoeken we o.a. de Blauwe Moskee, dé toeristische attractie van Istanbul. Deze moskee uit 1616 heeft, afwijkend van de normale moskeeën maar liefst 6 minaretten (gebedstorens). Dit komt doordat de architect destijds had begrepen dat er Alti (zes) torens in plaats van Altin (gouden) torens gebouwd moesten worden. Het verhaal is dat daarna in Mekka bij de heilige Al-Masjid Al-Haram moskee, een 7e minaret is bijgebouwd. Bij het verlaten van Istanbul nemen we door het oversteken van de Bosporus zeestraat, afscheid van het Europese continent en rijden Azie binnen.
Via Ankara de voormalige woonplaats van Mustafa Ataturk -de grondlegger van het moderne Turkije-, rijden we richting Cappadocië. Hier wordt het grillige landschap gevormd door kalksteen en tufsteenkegels, ontstaan door uitbarstingen van de Dagi-vulkanen. Vele van deze tufsteenkegels hebben tot 1950 nog dienst gedaan als grotwoning, maar zijn nu beschermd UNESCO wereld erfgoed. Na Cappadocië komen we in het dorre Oost- Turkije, waar je regelmatig schitterend gekleurde maanlandschappen voorbij ziet komen. We rijden via Malatya de provincie Tunceli binnen, waar eind 2007 nog heftig gevochten is tussen Koerdische rebellen en het leger. We worden daar aan herinnerd door een militair checkpoint waar we een uur lang worden ondervraagd. Het sfeertje is echter gemoedelijk met een lekker kopje thee.
We krijgen zelfs een overzicht van hun geweren en uitleg over de werking van een Browning pistool. Na nog een aantal heerlijke kleine bergpasjes door het Munzur gebergte, komen we weer op de snelweg naar Erzurum. Tot onze grote verbazing is er een snelheidscontrole en krijgen we een bekeuring omdat we 100 km.p.u. reden. Schijnbaar mag een tweewieler in Turkije overal maximaal 70 km.p.u.! We drinken nog een kopje thee bij de politie en overnachten in Erzurum waar we onze motoren binnen bij de open haard mogen stallen. Onze laatste dag in Turkije gaat naar de grensplaats Dogubayazit. Voordat we er echter zijn knal ik nog in een diep gat waardoor mijn topkoffer spontaan afbreekt. Met spanbandjes en ducktape maken we weer alles vast, waarna we weer verder rijden. Dogubayazit ligt aan de voet van de hoogste berg van Turkije, de Mount Arat (5.137 mtr) en is volgens legendes de plaats waar de Ark van Noach is gebouwd. Er is zelfs een Noachs Ark Visitors Centrum boven op een berg. Als ik na een half uur onverhard rijden boven op die berg aankom, blijkt het centrum al jaren dicht te zijn. Het uitzicht is echter super en met wat fantasie kun je vanaf deze hoogte wel een soort van Ark-afdruk in het dal zien.
Het blijft natuurlijk een legende.
Iran:
De grensovergang naar Iran is een tijdrovend zaakje. Na minstens 20 stempels en handtekeningen zijn we na ruim 2 uren in de Islamitische Republiek Iran. De volgende hindernis is het wisselen van geld, wat bij de grens alleen op straat kan. Zodra het geld geregeld is krijgen we te maken met een Iranees pasjes systeem voor benzine tanken. Gelukkig worden we hier al vrij snel geholpen door een vriendelijke Iranees die ons laat tanken op zijn tankpas. We overnachten in Tabriz, de hoofdstad van de provincie Oost Azerbeidzjan. Op veel plekken zie je hier posters hangen van militairen die zijn gesneuveld in de oorlog met Irak en natuurlijk hangt nog overal de afbeelding van Ayatollah Khomeini. In de stromende regen rijden we via Sanandaj naar Hamadan en moeten we wegens sneeuw op een bergpas zelfs 200 km omrijden. De wegen worden steeds slechter en de bij ons bekende verkeersregels beginnen langzaam maar zeker volledig te verdwijnen. Hier telt alleen het recht van de sterkste (de grootste).
Wat in Iran erg opvalt, is de enorme vriendelijkheid van de Iranese burgers. Een mooi voorbeeld daarvan is de winkelier waar we drijfnat van de regen binnen stappen voor een kopje thee. De man heeft geen thee, maar gaat direct water koken en nodigt ons uit om achter de toonbank bij de kachel te komen zitten. Ondertussen stroomt de winkel vol met Iranezen die alles over onze reis willen weten.
Helaas bestaat er ook zoiets als een geheime dienst, die duidelijk minder vriendelijk is. In het kleine plaatsje Tiran worden onze paspoorten door de lokale politie ingenomen, waarna we worden verhoord en pas mogen doorrijden nadat er twee agenten in burger zijn komen kijken....
We snuiven nog wat cultuur in de hoofdstad Esfahan bij het Imam Plein, wat het op één na grootste plein van de wereld is. Op het Imam plein bezichtigen we twee beroemde moskeeën: de Masjid-i-Sjah, die met kleurrijke tegels bekleed is, en de Masjid-i-Sjeik-Lutfullah, een moskee met een grote blauwe koepel. Na Esfahan rijden we over het saaie hoogland van Iran, oftewel de Iranese hoogvlakte naar Yazd. Deze hoogvlakte is enorm weids, leeg en verlaten. Het enige wat je uren-lang ziet zijn dorre zandvlaktes met af en toe een vervallen fort of vesting. Yazd is beroemd vanwege zijn smalle steegjes en de ondergrondse watergangen waarmee men water vanuit de bergen naar de stad laat lopen. We rijden verder naar Bam waar een opiumgebied begint wat omschreven staat als niemandsland. Bij een tankstop krijgen we dan ook openlijk de vraag of we opium willen ruilen tegen sigaren. Welcome in “The wild, wild, east!”
In 2003 is er een grote aardbeving bij Bam geweest waarbij 30.000(!) mensen zijn gestorven en de halve stad is verwoest. Zelfs nu ligt nog overal puin. We parkeren onze motoren in een hotel; op het marmer van de lobby. Het hotel heeft 200 kamers en nadat wij zijn in-gecheckt zijn er 5 kamers vol. Als we de dag daarna willen vertrekken heeft het hotel een politie escort geregeld die ons door het opiumgebied zal begeleiden. Vier gewapende mannen in uniform achter in een pick-up begeleiden ons ruim 200 km door de woestijn. Daarna komt er een berglandschap waar we weer alleen mogen rijden. We genieten van prachtige maanlandschappen en regelmatig overstekende wilde kamelen. Vlak bij de Pakistaanse grens zien we bij een militaire checkpoint 100 mannen op hurken achter een hek in de volle zon zitten. Ze roepen om sigaretten en water en we begrijpen dat het Afghaanse vluchtelingen zijn. We beseffen hierdoor weer extra goed dat we de komende dagen dicht langs een oorlogsgebied zullen rijden.
Pakistan:
De grensovergang naar Pakistan duurt net als de Iranese overgang ongeveer 2 uren en doet middeleeuws aan. Een paar houten hokjes ongeorganiseerd bij elkaar gezet, waar dé douaneman statig met vulpen alles noteert in zijn grote import/export boek. Aangezien het donker wordt blijven we slapen bij het grensplaatsje Taftan. We slapen in een vies onopgemaakt bed met een badkamer die gelijk is aan een open riool. Het gordijn in de slaapkamer wappert op en neer door de ratten die rond kruipen en de “hotel” eigenaar zal vannacht bij onze motoren slapen zodat ze niet gestolen worden. We hebben echt het gevoel in een getto terecht gekomen te zijn. Bij zonsopkomst stappen we op de motor en rijden met een gelukzalig gevoel strak naar de opkomende zon in het oosten.
Tegelijkertijd rijden we gelijk op met de Afghaanse grens en voelen de oorlogsspanning bij elke stop. Respect voor onze mannen en vrouwen in Afghanistan! Benzinepompen zie je hier in West Pakistan niet. Hier wordt de benzine met een slangetje uit een ton gezogen en met maatbekers in de motor gegooid. Als je geluk hebt doen ze er een doekje tussen als filter.

De weg is duidelijk al jaren niet meer onderhouden en we rijden regelmatig stukken onverhard of op single-roads. Het enige verkeer wat je af en toe tegen komt zijn mooi gekleurde vrachtwagens, die echter een motor zien als doelwit en dus altijd recht op je af zullen rijden. We moeten dan ook regelmatig de berm in duiken om te overleven. De natuur is indrukwekkend leeg. We rijden door grind en zand woestijnen waar je letterlijk kunt kijken tot aan de horizon. Uiteindelijk vinden we rond 19:00 in het donker een hotel in Quetta. Deze stad is bekend als uitvalsbasis naar Afghanistan, voor zowel de VN als de Taliban. We zitten dan ook in een hotel wat zwaar wordt bewaakt en besluiten om maar verder in het hotel te blijven.
Tot onze grote schrik krijgen we te horen dat de Taliban serieuze plannen heeft om ons op de volgende route te gaan kidnappen. Het hoofd beveiliging van het hotel - een ex-majoor uit het leger- geeft ons zijn GSM nummer en tekent een veilige route op papier. De volgende dag is dan ook een spannende dag. We rijden wederom over verlaten stukken woestijn, maar zien nu bij elk groepje mensen ook wapens liggen. Er gebeurt gelukkig niets, dus rond het middaguur vergeten we de kidnap dreiging. De volgende uitdaging is echter 65 km onverharde weg, waarbij we regelmatig door fesh fesh (los woestijnzand) rijden. We leggen beiden de motor een keer op een oor maar komen bij schemer ongedeerd weer in de bewoonde wereld. Bij een politiepost, net voor de Indus rivier, krijgen we te horen dat de kidnapdreiging nog niet voorbij is. Men wil geen risico lopen en we moeten met politie escort door rijden naar Multan. Dit betekent dat we nog ruim 4 uren in het donker moeten rijden. Misschien nog gevaarlijker dan de Taliban! We hebben echter geen keuze en komen na totaal 15(!) uren uitgeput aan in Multan. Een onvergetelijke en bizarre dag!
De volgende ochtend staat de politie al weer klaar voor het volgende traject. Deze dag is echter alleen maar snelweg en we bereiken dan ook eenvoudig de laatste stad in Pakistan: Lahore.
India:
Bij de grensovergang naar India wordt dagelijks een toneelspel gehouden waarbij militairen van Pakistan en India strijden om het meeste machtsvertoon. Ik moet de voorstelling helaas missen omdat deze pas om 16:00 begint. Ik rijd het immens drukke India in en probeer in mijn onwetendheid, met de motor de Gouden Tempel in Amritsar te bereiken. Ik wordt opgeslokt door duizenden bedevaarders die te voet naar de heilige Sikh tempel lopen. De mensen vinden het geweldig en roepen allemaal vriendelijk, maar op een gegeven moment is er echt geen doorkomen meer aan. Zelfs het omdraaien in de mensenmassa duurt ruim 5 minuten. Ik vlucht de stad uit en neem een hotel vlak voor Ludhiana. De ochtend begint om 5:00 met vuurwerk en luide Bhajan muziek waarmee de Sikhs hun goden eren. Naast mijn motor is een mooie Royal Enfield komen staan, de motortrots van India. Helaas kan de eigenaar geen Engels, dus blijft het bij handje schudden. De wegen zijn redelijk, maar het verkeer is werkelijk moordend. Ook heeft men duidelijk andere normen als het over vuil gaat. Zo zie ik onderweg iemand kotsend uit het raam van een bus hangen en de brommer achter de bus kan het braaksel nog net ontwijken.
De wegen door de uitlopers van de Himalaya zijn indrukwekkend mooi. Regelmatig zitten er grote groepen apen langs de weg en zijn er bruggen over brede uitgedroogde rivierbeddingen. Helaas zie je bij deze rivier beddingen ook dat kinder arbeid hier heel normaal is. Grote rotsblokken uit de rivier worden door kinderen met hamers in kleine blokken gehakt. Hier geen Arbowet.
Ik rij via Dehra Dun richting Haldwani en zie duizenden pelgrims in het water van de heilige Gangus rivier. Mijn route loopt dan ook strak tussen de Indus-Gangus vlakte aan de zuid- kant en het Himalaya gebergte aan de noordkant.
Nepal:
De grensovergang naar Nepal is schitterend. Het ene moment ben je nog in het drukke en hectische India en een half uur later sta je in het rustige Nepal. De grens is niets meer dan een brug en een paar douanehutjes op een onverharde weg. Zelfs de douane ambtenaren zitten vrolijk hun werk te doen. Ik rijd 200 km naar het Bardia National Park en kom totaal misschien 5 auto’s tegen. De laatste 15 km het park in, zijn onverhard waarbij ook nog een rivier van 30 meter overgestoken moet worden. Gelukkig is het motorblok waterdicht. Als enige gast kom ik bij een hotelletje bestaande uit 3 huisjes zonder warm water of stroom. Er is wel een mooi kampvuur en ik praat tot laat in de avond met 5 Nepalezen terwijl we op de achtergrond olifanten horen trompetteren. Schitterend!
Na pannenkoekjes en een gebakken ei als ontbijt is het doel vandaag Pokhara. Met besneeuwde bergtoppen op de achtergrond rijd ik eerst een stuk naar het oosten, waarna ik de Himalaya induik. Ik geniet van de ontelbare bochten en schitterende vergezichten. Al dit moois zorgt er wel voor dat ik weinig kilometers maak. Bij schemer zit ik nog hoog in de bergen zit. Ik zie een brommerrijder met een dikke jas een gehucht uitrijden en gok erop dat hij naar Pokhara rijdt. In het donker probeer ik zo dicht mogelijk achter hem aan te rijden en bereik na een uur rijden een goed hotel in Pokhara.
Nadat ik een paar foto’s heb gemaakt van het Annapura gebergte vervolg ik mijn weg naar Kathmandu. De weg loopt alweer schitterend door het Himalaya gebergte en ik merk dat ik foto’s wil blijven maken. Net voor Kathmandu is de weg afgesloten omdat er 2 bussen op elkaar zijn geklapt. Een van de chauffeurs is dood en ik realiseer me dat het weer oppassen wordt in het drukke verkeer van Kathmandu. Zonder verdere problemen rijd ik de toeristische Thamel wijk in en vindt wederom een prima hotel. Na weken lang bijna geen westerling gezien te hebben, is Kathmandu ineens erg westers. Ik drink heerlijk cappuccino en eet zelfs een hamburger met friet! De volgende dag regel ik mijn terug vlucht en neem contact op met een expediteur die de motor terug zal vliegen. Zodra ik bij de expediteur aankom, staan er 15 mannen klaar. Binnen 3 uur wordt er een kist om de motor getimmerd en tillen ze met veel gekreun de zware kist met de hand op een vrachtauto. Even later zie ik de kist verdwijnen naar het vliegveld en is de motorreis voorbij.
Het was een groot, geweldig avontuur en een droom die is uitgekomen
Voor filmpjes van deze reis: Klik hier.
Een berichtje in ons gastenboek: Klik hier.
Voor meer informatie stuur een mail: Klik hier.
 
|